Ga naar de inhoud
header-roc-mondriaan

Zorgtekorten en technologie: Is technologie de enige oplossing? 

Ja, het klopt dat we steeds meer doordrongen zijn dat we momenteel een zorgtekort hebben en dat dit tekort in de toekomst alleen maar groter zal worden. Dit probleem speelt zich af tegen de achtergrond van een vergrijzende bevolking, toenemende zorgvragen en een groeiend personeelstekort in de zorgsector. Toch beweegt er relatief weinig richting oplossing en als er al bewogen wordt dan is dat tergend langzaam. 

Terwijl we vaak wijzen naar de technologie als sleutel naar de toekomst van de zorg, blijft de vraag of dit echt de allesomvattende oplossing is. 

De technologische opkomst in de zorg 

Het is onmiskenbaar dat technologie een steeds prominentere rol speelt in de ondersteuning van zorgprofessionals. Innovaties zoals telezorg, robots en sensoren die taken van zorgverleners overnemen, en apps die patiënten helpen hun gezondheid zelfstandig te monitoren, zijn slechts enkele voorbeelden. Je zou denken dat deze technologische vooruitgang bijdraagt aan een grotere zelfstandigheid voor cliënten en patiënten en daarmee hun ‘kwaliteit van leven’ aanzienlijk verhoogt. En ook kun je verwachten dat de zorgprofessional wordt ondersteunt door de technologie, waardoor meer tijd voor de aandacht aan de cliënt is en daarmee hun werkplezier verhoogt. Ondanks deze verwachtingen en logica is er een ‘maar’. 

De grenzen van technologie 

Er zijn prachtige technologische initiatieven en veelbelovende oplossingen, absoluut. Toch is er een vraagteken dat blijft hangen. Gaat technologie het zorgprobleem écht oplossen? Of heeft ons ‘handen tekort’ probleem een andere fundamentelere oorzaak? 

Neem bijvoorbeeld de COVID-19 periode. Het was een tijd van grote onzekerheid, waarin we plotseling werden ondergedompeld in onwetendheid en angst. Tegelijkertijd zagen we een explosie van creativiteit en probleemoplossend vermogen ontstaan. Technologie stelde ons in staat om op afstand te werken, te communiceren en zelfs op afstand zorg te verlenen. Wat mij destijds vooral verbaasde, was hoe snel we nieuwe technologische oplossingen omarmden. Het ene innovatieve idee volgde het andere op, gedreven door een collectieve urgentie en noodzaak. 

Maar wat gebeurde er na COVID-19? Ondanks de (technologische) verworvenheden van de pandemieperiode, lijken we snel terug te vallen in oude patronen. De drive om oplossingen te vinden, die tijdens de crisis zo sterk aanwezig was, lijkt te zijn afgenomen. Dit roept de vraag op: helpt technologie als ondersteuning alleen als er een duidelijke en indringende behoefte is? Moeten we het probleem dan eerst persoonlijk voelen voordat we bereid zijn om in actie te komen? 

Motivatie en saamhorigheid als sleutel 

Ik geloof dat voor het succes van technologische oplossingen een persoonlijk ervaren van de urgentie nodig is. Zonder dit blijft de drang om nieuwe technologieën te omarmen en implementeren vaak uit. 

Tijdens de COVID-periode was er ineens een groot gevoel van saamhorigheid. Het leek alsof we een collectieve verantwoordelijkheid voelden en die ons als samenleving verbond. Het lijkt erop dat deze saamhorigheid nu weer naar de achtergrond is verdwenen. 

Misschien, en het is een cynische gedachte maar heeft de technologische opmars ons juist solitairder gemaakt. We leven steeds meer in onze eigen sociale bubbel. Waar we vroeger elkaar ontmoetten in het badhuis of op straat om nieuws uit te wisselen, zoeken we nu alles op via het orakel zoals google op onze smartphones. Onze nieuwsgierigheid wordt bevredigd door sociale media en digitale nieuwsbronnen. De noodzaak om fysiek samen te komen, is enorm afgenomen, en daarmee ook het gevoel van verbondenheid en daarmee weer de vanzelfsprekende gemeenschappelijke verantwoordelijkheid naar elkaar. 

De realiteit van het zorgprobleem 

Het zijn vooral de actuele zorgconsumenten en huidige zorgverleners die de druk van de huidige zorgtekorten voelen. Denk aan de lange wachtlijsten en het tekort aan medicijnen. Deze pijnpunten worden dagelijks ervaren door degenen die direct afhankelijk zijn van zorg en door degenen die deze zorg proberen te leveren in steeds moeilijkere omstandigheden. De potentiële zorgvragers en de potentiële zorgverleners voelen de urgentie niet of niet voldoende om er iets aan te willen doen. 

Een appèl voor echte verandering 

Daarom is het van essentieel belang om te beseffen dat de adoptie en implementatie van technologische oplossingen alleen succesvol zullen zijn als de urgentie persoonlijk gevoeld wordt. We moeten ons niet alleen richten op het ontwikkelen van nieuwe technologieën, maar ook op het creëren van een gedeeld gevoel van urgentie en verantwoordelijkheid binnen de samenleving. Laten we inzetten op motivatie en saamhorigheid als drijfveren voor verandering. Alleen dan kunnen we de zorg van de toekomst werkelijk verbeteren. 

Hoe kunnen we dat in de zorg(opleiding) bereiken? 

Gedragsverandering bewerkstelligen met betrekking tot vernieuwing en adoptie van technologie is een gesloten ‘open deur’. 

Binnen het onderwijs zou verandering van gedrag zoals geschetst het beste kunnen als de noodzaak intrinsiek gevoeld wordt. Misschien zou de docent tijdelijk in een zorgorganisatie of ziekenhuis moeten verblijven. Een korte periode ‘meelopen’ op een afdeling geeft onvoldoende inzicht en geeft onvoldoende urgentiegevoel. Maar het lang op een wachtlijst staan en het wachten op ‘iets’ van een activiteit of handelen, of het wachten op een beetje aanspraak spreekt veel meer tot de verbeelding. 

Mijn pleidooi is dan ook om meer aandacht te schenken aan het ‘menselijk gevoel’ en minder te pushen op de vernieuwing. Laat het gevoel de vernieuwing bedenken. Dat past mooi bij de visie van de schrijver Saint-Exupery: “als je een schip wilt bouwen zoek dan niet naar de mensen die het hout inkopen en mensen die het werk en de middelen organiseren, maar leer de mensen om te verlangen naar de eindeloze zee”.  

Kun jij ons iets leren? Ons inspireren? Of wil je meer weten?

Neem contact op